Druivenrassen
Een opsomming geven van alle druivensoorten zou onbegonnen werk zijn. Daarom deze beknopte opsomming
van de voornaamste druivenrassen.
RODE DRUIVEN.
Cabernet Sauvignon
De onbetwiste nummer 1 voor rode wijnen. Cabernetwijnen zijn normaliter herkenbaar aan hun uitgesproken aroma van zwarte bessen, ongeacht waar ze vandaan komen. Ze hebben in de regel veel kleur, terwijl ze in hun smaak behoorlijk veel fruit en de nodige tannines bieden. Bij overproductie of onvoldoende rijpheid maakt het fruit plaats voor een onaangenaam vegetale toon die aan groene paprika doet denken.
Cabernets zijn wijnen die zich lenen voor houtopvoeding en die lang kunnen rijpen. In hun jeugd kunnen ze door de tannines wat stug overkomen. Daarom worden ze vaak gemengd met 'zachtere' rassen zoals de merlot of de shiraz. Omgekeerd wordt cabernet sauvignon regelmatig gebruikt als aanvullende druif om de smaak van traditionele rassen in een bepaald gebied wat complexer te maken.
Cabernet sauvignon is een echte wereldburger, populair bij zowel producenten als consumenten. Hij wordt in een adem genoemd met Bordeaux, en dan in het bijzonder de gebieden op de linkeroever, Médoc en Graves. Hij krijgt daar overigens altijd aanvulling van merlot en meestal ook van cabernet franc.
Cabernet staat zo ongeveer overal in Europa aangeplant. In het Franse Zuiden (Vin de Pays d'Oc) en Zuidwesten, in Spanje, in Italië en in Midden- en Oost-Europa. Hetzij als hoofdras, hetzij als smaakverbeteraar.
Als echte wereldburger heeft de cabernet een solide reputatie opgebouwd in zijn Californië, met name in Napa. Chili en Australië produceren eveneens eersteklas Cabernets. Ook in andere 'nieuwe' wijnlanden zoals Zuid-Afrika en Argentinië neemt hij een prominente plaats in.
Cabernet Franc
Kleine broertje van de cabernet sauvignon en belangrijkste druif voor rode Loirewijnen. Kan in stijl variëren van lichte, fruitige zomerwijn tot zeer geconcentreerde 'bewaarwijn'. Gebaat bij goede rijpheid, want vooral in jaren met gebrekkige rijping zijn de wijnen snel herkenbaar aan een vegetaal accent dat doet denken aan groene paprika.
Cabernet franc is de druif voor het merendeel van de rode Loirewijnen, waaronder Anjou, Bourgueil, Chinon en Saumur-Champigny.
In Bordeaux speelt hij een discrete, maar niettemin belangrijke rol in assemblages met cabernet sauvignon en vooral met merlot op de rechteroever (Saint-Emilion, Pomerol, Fronsac etc.). De beroemde uitzondering op de regel dat cabernet franc een ondergeschikte rol speelt is de wijn van Château Cheval Blanc, die juist in meerderheid uit cabernet franc bestaat.
In het kielzog van de cabernet sauvignon en de merlot is de cabernet franc ver buiten Frankrijk terechtgekomen, hoofdzakelijk ter aanvulling van die twee, maar soms ook individueel gebotteld als cépagewijn.
Carignan
Veel aangeplante druif in het Middellandse Zeegebied, in Spanje cariñena genoemd. Carignan genoot tot aan de jaren '70 grote populariteit bij producenten vanwege hoge opbrengsten maar wordt tegenwoordig in hoog tempo gerooid ten gunste van kwalitatief betere rassen. Dit gebeurt met name in de appellations van de Languedoc. Niettemin is de carignan nog altijd een van de meest aangeplante druivenrassen in Frankrijk.
Carignan geeft wijnen met veel kleur, veel tannines en veel zuren maar met weinig verfijning. Assemblage met grenache en cinsault zorgt voor meer toegankelijkheid. Alleen carignan van oude stokken met lage opbrengst en in goede wijngaarden levert interessante wijnen.
Carmenère
Medio jaren '90 in Chili herontdekt ras. Carmenère stond ooit op grote schaal aangeplant in Bordeaux en werd van daar uit eind 19e eeuw naar Chili gebracht. In Bordeaux werd hij weggevaagd door de phylloxera en vanwege zijn structurele gevoeligheid voor ziekten niet meer heraangeplant.
In Chili is de carmère lange tijd aangezien voor merlot, hoewel het om twee rassen gaat met nogal verschillende eigenschappen. Na aanvankelijke aarzeling is carmenère nu ‘hot' in Chili en min of meer uitgegroeid tot ‘nationale druif'.
Carmenère heeft veel aandacht nodig en moet letterlijk kort gehouden worden, omdat hij anders wijn met een groene smaak geeft. Doet qua wijn wel wat denken aan cabernet franc en, inderdaad, merlot.
Cinsaut
Mediterraan ras, ook wel gespeld als cinsaut, dat vrij lichte, zachte en aromatische wijnen geeft. Ze zorgen voor fruit en soepelheid in assemblages. Door deze eigenschappen leent de cinsault zich goed voor verwerking tot rosé.
Cinsault staat op vrij grote schaal aangeplant in het hele zuiden van Frankrijk, in de Languedoc, Zuidelijke Rhône en de Provence. Hij speelt eveneens een belangrijke rol in Zuid-Afrika, en ook daar vooral in assemblages.
Gamay
De gamay noir à jus blanc, zoals de naam voluit is, is dé druif van de Beaujolais. Zijn voornaamste kenmerken zijn fruitigheid en elegantie. Hij geeft in de regel wijnen om jong te drinken, al kunnen de steviger crus uit de Beaujolais soms behoorlijk goed rijpen.
Behalve in de Beaujolais is de gamay o.a. aangeplant in de omgeving van Lyon, Savoie en in Touraine. Buiten Frankrijk slecht sporadisch te vinden.
Grenache
Voluit: grenache noir, want er is ook een grenache blanc en een grenache gris. In Spanje: garnacha. Typisch mediterraan ras, op grote schaal aangeplant in Noord- en Noordoost-Spanje (o.a. in Rioja, Penedès, Navarra) en in het Franse Zuiden. In de Languedoc, Roussillon en Zuid-Rhône (o.a. Châteauneuf) belangrijk bestanddeel van assemblages.
Grenache geeft wijn met behoorlijk veel alcohol, maar is erg gevoelig voor oxidatie. Sleutel voor kwaliteit is een lage opbrengst.
Grenachewijnen variëren in stijl van droge rosé tot zoete, bewust oxidatief gevinifieerde vin doux naturel, zoals Banyuls. Grenache heeft ook zijn weg gevonden naar Californië en Australië, waar hij in de regel deel uitmaakt van zogeheten Rhôneblends.
Lagrein
Regionale specialiteit van Südtirol / Alto Adige en Trentino in Noord Italië.
Produceert zowel rosé als rode wijn van het type Dunkel / Scuro. Serieuze
Lagrein biedt een geheel eigen, fluwelige en tegelijk vaak wat ‘rokerige' smaak.
Malbec
De malbec, alias côt, auxerrois of pressac, stamt uit het Franse Zuidwesten en heeft van nature een wat rustiek karakter. Malbec vormt het hoofdbestanddeel van de wijnen uit Cahors en maakt in Bordeaux en wijde omgeving soms (in bescheiden mate) deel uit van de assemblage.
Malbec heeft een tweede thuis gevonden in Argentinië en is daar op ruime schaal aangeplant. Argentijnse malbec (ook wel: malbeck) kan bijzonder goede wijnen met veel structuur en volheid opleveren. Wijnen die uitstekend op hout kunnen rijpen. Ook het buurland Chili kan zeer goede malbecwijnen produceren.
Merlot
De vaste partner van de cabernet sauvignon, maar wel heel anders van karakter. Minder tanninerijk, dus soepeler en makkelijker toegankelijk. Zoals merlot gebruikt wordt om de cabernet sauvignon wat te verzachten, zo wordt omgekeerd cabernet sauvignon gebruikt om merlot wat meer beet en ruggengraat te geven. Merlot hoeft niet per se te rijpen, maar de betere kan dat wel degelijk.
Merlot is de meest aangeplante druif in Bordeaux en hoofdingrediënt van beroemde wijnen als Pomerol, Saint-Emilion en Fronsac. Pétrus, een van Bordeaux' allergrootste en beroemdste wijnen, wordt bijna volledig van merlot gemaakt. Verder vormt hij de basis van eenvoudiger basiswijnen in de vorm van Bordeaux en Bordeaux Supérieur. Bovendien is hij in opmars in de Médoc. Een belangrijke reden voor deze toenemende populariteit is dat merlot eerder rijpt dan cabernet sauvignon en dus minder gevoelig is voor najaarsregen.
In het voetspoor van de cabernet heeft de merlot zich verspreid over de hele wereld. Sterker nog, merlot heeft inmiddels zijn eigen plaats gekregen. Een waar Europees merlotbolwerk buiten Bordeaux is Noord(oost) Italië, en dan met name Südtirol / Alto Adige. Hetzelfde geldt voor het kanton Ticino in Zwitserland.
De Nieuwe Wereld heeft zich evenmin onbetuigd gelaten bij het aanplanten ervan. Aanvankelijk gebeurde dat vooral om de merlot met de cabernet te mengen, nu om aan de al maar stijgende vraag naar dit type te voldoen. Merlot is tegenwoordig in vrijwel alle belangrijke wijnlanden te vinden.
Montepulciano
Italiaanse druif met een wat verwarrende naam, want zonder ook maar de minste of geringste relatie met het gelijknamige Toscaanse stadje waar de Vino Nobile vandaan komt. Montepulciano is de belangrijkste blauwe druif in regio's als Abruzzo en Marche (Rosso Conero en Rosso Piceno.) Goed voor stevige wijnen me kleur en structuur.
Mourvèdre
Meer nog dan de grenache een uitgesproken mediterrane druif die gerekend voor tot de groep van zogeheten 'Rhônevariëteiten'. Is wellicht afkomstig uit Spanje, uit de omgeving van Murviedro (Valencia) of die van Mataro (Catalonië).
Mourvèdre is een veeleisende druif die absoluut warme, beschutte plaatsen nodig heeft en die rijke wijnen met veel alcohol en tannine produceert. Hij staat vooral aangeplant in Spanje, waar hij nu monastrell heet - mar misschien niet helemaal identiek is - en verder ook in Zuid Frankrijk. Daar maakt hij in de regel deel uit van assemblages met grenache, syrah etc. Mourvèdre is wel het belangrijkste ras in de Provençaalse appellation Bandol.
Buiten Europa is mourvèdre aangeplant in Australië en Californië, waar hij ook wel mataro wordt genoemd, en in Zuid-Afrika.
Nebbiolo
De klassieke druif van Piemonte waarvan de naam ontleend is aan nebbio, Italiaans voor nevel of mist. Nebbiolo is uitermate kieskeurig wat betreft terroir en zelfs binnen Piemonte slechts op beperkte schaal aangeplant. Buiten Piemonte is dit druivenras bijgevolg helemaal zeldzaam.
Nebbiolo geeft wijnen met veel tannines en zuren. De bekendste daarvan zijn Barolo en Barbaresco. Ondanks hun grote reputatie en hoge prijs kunnen deze wijnen nogal eens teleurstellend dun en droog zijn als gevolg van een te lange rijping op oud hout. Wijnen gemaakt in een moderne(re) stijl zijn echter magnifiek.
Petit Verdot
Een van de vijf druiven in de ‘klassieke' Bordeauxassemblage. Net als malbec echter lang niet altijd gebruikt en dan enkel nog maar in kleine hoeveelheden. Petit verdot rijpt erg laat, nog na de cabernet sauvignon, maar is door zijn dikke schil weinig gevoelig voor rotting. Petit verdot op zijn best geeft wijnen met veel kleur, concentratie en pittigheid. Het probleem is alleen dat hij maar zelden echt voldoende rijp wordt.
Petit verdot is ook buiten Bordeaux op bescheiden schaal aangeplant, vrijwel altijd met het oog op een Bordeauxblend. Af en toe wordt hij ook wel eens als pure cépagewijn uitgebracht.
Pinot Meunier
De derde en meest verzwegen druif in het rijtje van drie in de Champagne. Minder ‘edel' dan de pinot noir, maar des te meer een onontbeerlijk werkpaard en dienovereenkomstig ruim aangeplant. Geeft lichte rode wijnen zonder opvallende kwaliteiten.
In Duitsland (Württemberg) wordt pinot meunier vreemd genoeg aangeduid als schwarzriesling, hoewel hij absoluut niets gemeenschappelijks met echte riesling heeft.
Pinot Noir
Pinot noir lijkt in alles de tegenhanger van de cabernet sauvignon. Pinot noir staat voor subtiliteit, charme en soepel fruit. Vergeleken met de cabernet is hij over het algemeen rijker aan zuren en armer aan tannines. En, als het goed is, van een bijzondere puurheid.
Zeer kenmerkend voor pinot noir is zijn 'terroirgevoeligheid'. De kleinste nuanceverschillen in bodem en klimaat zijn al in de wijnen terug te proeven, te meer omdat pinot noir bijna altijd ongemengd blijft. Er valt dus niets te verdoezelen of te corrigeren. Pinot noir deelt deze eigenschap met zijn witte tegenhanger riesling.
Pinot noir heeft zijn faam in de eerste plaats te danken aan grote rode Bourgognes. Wijnen met een goede kleur, extract en zuiverheid in geur en smaak. De wijnen hebben zelden dezelfde intensiteit als die van cabernet sauvignon of syrah, maar dat pinot noir geen wijn met kleur en structuur zou kunnen geven is een fabeltje. Gebrek aan kleur en inhoud is eerder het gevolg van te hoge opbrengsten in de wijngaard en te korte inweking tijdens het wijnbereidingsproces.
Aangezien pinot noir erg kieskeurig is, om maar niet te zeggen een moeilijk druif, is zijn verspreiding niet onbeperkt. Hij gedijt alleen in relatief koele gebieden. Behalve de Bourgogne is dat in Frankrijk ook in de Champagne en dan met name in de Côte de Reims. Daar wordt pinot noir geassembleerd met de witte chardonnay en de pinot meunier. Hij zorgt voor een stevige, volle stijl champagne.
Maar er is meer. Pinot is ook thuis in Sancerre en de Elzas in Frankrijk. En in Valais in Zwitserland. Vergeet trouwens ook Duitsland niet. Pinot noir heet daar spätburgunder en levert er al maar meer volle, krachtige wijnen. Spätburgunders nieuwe stijl zijn te vinden in o.a. Baden, de Rheingau en zelfs in het noordelijke Ahrdal.
Een land buiten Europa dat de afgelopen tijd enorm veel opzien gebaard heeft met pinot noir is Nieuw Zeeland, waar met name het gebied Central Otago grote wijnen voortbrengt. Een ander land waar de pinot noir al definitief zijn plaats gevonden heeft is de VS. Binnen Californië zijn er zelfs diverse regio's waar pinot noir als specialiteit gekoesterd wordt: de Russian River Valley in Sonoma, Carneros, Monterey en Santa Barbara.
Ook Oregon, onderdeel van de Pacific Northwest, heeft een innige band met pinot. De staat dankt er zelfs zijn reputatie aan.
Pinotage
De enige 'eigen' blauwe druif van Zuid-Afrika. Pinotage is een in de jaren 20 van de 20e eeuw ontwikkelde kruising van pinot noir x cinsault. Cinsault werd aan de Kaap ooit - ten onrechte - 'hermitage' genoemd, vandaar de samengestelde naam pinotage. De echte ontdekking van de pinotage is van veel recenter datum. Mede daardoor is zijn aandeel in de Zuid-Afrikaanse aanplant beperkt tot slechts een paar procent, maar door zijn unieke status is zijn rol toch belangrijk.
Pinotage gedijt het best in wijngaarden met gematigde klimatologische omstandigheden, d.w.z. in gebieden die niet te ver van de Atlantische of Indische oceaankust af liggen. Van deze druif met zijn opvallende aroma maakt men sterk uiteenlopende wijnen. Stijlen variëren van rosé, via modern fruitig en houtvrij of traditioneel kruidig en leerachtig, tot klassiek geconcentreerd, houtgerijpt en met rijpingspotentieel.
Sangiovese
Meest aangeplante druivenras voor rode wijn in Italië, en dan vooral in het midden van dat land. De lijst van synoniemen is door die grote verspreiding en de variatie in klonen lang: sangioveto, brunello, morellino, prugnolo gentile enz.
Sangiovese is op zijn best in Toscane en Umbrië, waar hij wijnen met de nodige tannines en zuren geeft en waar hij soms aanvulling krijgt van andere rassen. Voorbeelden van grote Italiaanse wijnen die in hun geheel of grotendeels van sangiovese gemaakt worden zijn o.a. Chianti, Vino Nobile di Montepulciano, Brunello di Montalcino en Carmignano.
Minder gerenommeerd, maar wel goed voor het nodige volume is Emilia-Romagna, waar Sangiovese een eigen DOC heeft.
Kwalitatief interessante sangiovesewijnen van buiten Italië komen vooral uit Californië.
Syrah
Stoer, krachtig, geconcentreerd. Zie daar een paar typeringen voor syrah, alias shiraz. Kenmerkend zijn ook een diepe kleur, stevig fruit en de nodige kruidigheid. Geen makkelijke druif, maar wel een die wijnen met veel karakter geeft. Gedijt het best in een mediterrane omgeving op arme bodems en geeft wijnen die goed kunnen rijpen.
De benamingen 'syrah' en 'shiraz' worden losjes door elkaar gebruikt. Ze refereren in de regel aan verschillende smaak stijlen: de eerste is wat pittiger, de tweede wat fruitiger.
De wijnen kunnen zowel op zichzelf gebotteld als gemengd worden met andere druivenrassen. Zo'n assemblage is ofwel een Rhôneblend met o.a. grenache, ofwel een met cabernet sauvignon.
De syrah komt historisch gezien wellicht uit de omgeving van de Shiraz in Iran, maar zijn ware thuisbasis is de Noordelijke Rhône. Daar is hij te vinden in klassieke appellations als Hermitage, Côte-Rôtie, Cornas, evenals in Saint-Joseph en Crozes-Hermitage. Meer naar het zuiden, in bijvoorbeeld Gigondas, Châteauneuf en Vacqueyras, gebruikt men hem als aanvulling op de grenache. In de Languedoc en de Roussillon is de syrah in opmars, hetzij als onderdeel van assemblages, hetzij als onversneden gebotteld.
Behalve het Franse Zuiden is Australië een belangrijke syrahproducent. De druif heet daar overigens shiraz. Bovendien smaakt de wijn meestal anders dan de versies uit Frankrijk, minder pittig en meer 'jammy'. Australië's beroemdste wijn, de Grange - vroeger: Grange Hermitage! - is zo'n Shiraz. Wat je in Australië trouwens veel tegenkomt zijn assemblages van shiraz met cabernet sauvignon.
Shiraz/syrah is ook te vinden in Zuid-Afrika, Argentinië, Chili en Californië. De aanplant neemt daar sterk toe als gevolg van zijn populariteit bij zowel wijnmakers als wijndrinkers.
Tannat
De tannat is een curieus geval! Om zijn karaktereigenschappen en om zijn verspreiding. Hij groeit enkel in het Franse Zuidwesten, met name in Madiran, en in Uruguay. Hij zorgt in Madiran voor stoere wijnen met veel kleur en een lading tannines. De naam tannat zou zelfs direct afgeleid zijn van die tannines. Het zijn wijnen die letterlijk en figuurlijk 'getemd' moeten worden, maar die ook veel karakter te bieden hebben! Ze kunnen goed tegen opvoeding op nieuwe eiken vaten en rijpen bovendien goed.
Baskische emigranten hebben de tannat eind 19e eeuw meegenomen naar Zuid Amerika. In Uruguay is hij zelfs de 'nationale' druif geworden. De Uruguayaanse versie van de tannat smaakt in de regel heel wat minder tanninerijk dan die uit Madiran.
Tempranillo
Nationale druif van Spanje en daar bekend onder diverse namen, zoals cencibel, tinto del pais of ull de llebre. Aangeplant in streken als Rioja, Ribera del Duero, Valdepeñas, Navarra, Costers del Segre en langs de Middellandse Zeekust. Tempranillo dankt zijn naam aan het gegeven dat hij vroeg rijpt. Immers, temprano is Spaans voor 'vroeg'.
De druif produceert wijnen met veel kleur en structuur die goed op hout kunnen rijpen. Zijn zuurgraad is relatief laag, wat de toegankelijkheid ten goede komt. Tempranillo wordt zowel ongemengd als geassembleerd op de markt gebracht.
Ook in Portugal is tempranillo te vinden en daarmee een van de weinige Spaanse rassen in dat land. De Portugezen noemen hem overigens tinta roriz of aragonez. Buiten het Iberisch schiereiland is de druif alleen nog in Argentinië te vinden.
Zinfandel
Typisch Californische druif, in Amerika vaak kortweg Zin genoemd, van Kroatische afkomst met een zeer uitgesproken karakter. Bijna even terroirgevoelig als de pinot noir en bruikbaar voor alle denkbare typen wijn, van halfzoete rosé (White Zin) tot portachtig en van beaujolaisachtig tot zeer krachtig.
Op zijn best in Sonoma in zeer oude wijngaarden, d.w.z. met een leeftijd tot wel een eeuw of meer. Grote Zinfandels hebben veel alcohol - 15% is niets bijzonders - en veel extract. Kenmerkende aroma's zijn o.a. frambozen en zwarte peper.
Zinfandel is nauw verwant met, maar niet identiek aan de primitivo in Zuid-Italië.
WITTE DRUIVEN.
Albariño
De druif van het Galicische gebied Rías Baixas, in het uiterste noordwesten van Spanje. Eveneens aangeplant in het aangrenzende deel van Portugal onder de naam alvarinho voor de betere Vinho Verde.
Gedijt uitstekend in deze natte en koele omgeving en geeft wijnen die je in zuidelijke landen niet zo een, twee, drie zou verwachten. Rías Baixas combineert sappigheid en extract met een frisse zuurgraad. Minpuntje: de productie is door het vochtige klimaat zo kostbaar en de vraag naar deze wijnen is zo hoog, dat ze de duurste witte van heel Spanje zijn.
Chardonnay
Niet de meest aangeplante witte druif ter wereld - bij lange na niet zelfs - maar wel verreweg de bekendste en meest internationale. Gedijt bijna overal en is in de Nieuwe Wereld een tijdje synoniem geweest met witte wijn. Chardonnay is van nature neutraal en in hoge mate manipuleerbaar.
Wijnmakers kunnen er zich in technisch opzicht helemaal op uitleven. Je vindt Chardonnays zonder malolactische gisting, met gedeeltelijke of met complete malolactische gisting. Zonder hout, met een beetje hout of met veel hout. Droog of met een beetje restsuiker en soms zelfs zoet. En niet te vergeten in mousserende vorm.
Chardonnay is net als de cabernet sauvignon een echte wereldburger, aangeplant in zo ongeveer elk land waar wijnbouw bedreven wordt. Zijn wortels liggen in Frankrijk, in de Bourgogne. Alle grote witte wijnen uit die streek, zoals Chablis, Meursault en Puligny-Montrachet, zijn 100% chardonnaywijnen.
Ook in de Champagne speelt de chardonnay een belangrijke rol, ofwel in combinatie met pinot noir en pinot meunier, ofwel ongemengd. Alle Blanc de Blancs champagnes komen per definitie van chardonnay. De kalkrijke Côte des Blancs ten zuiden van Epernay is zelfs uitsluitend met chardonnay beplant.
Minder bekend maar daarom niet minder interessant zijn de Chardonnays uit de Jura. Verder is de nodige chardonnay aangeplant in de Languedoc (als Vin de Pays d'Oc)
Ook in Spanje en in Italië is de nodige chardonnay te vinden. In Oostenrijk noemt hem soms morillon, een verwijzing naar een dorpje in de Champagne! Meer vindplaatsen in willekeurige volgorde: Midden en Oost Europa, Israël, China, Chili, Argentinië, Nieuw-Zeeland, Australië, Californië, Canada, Zuid-Afrika, enz., enz. Waar niet, eigenlijk?
Chenin Blanc
Kameleonachtige, uiterst veelzijdige druif die zowel strak droge als rijke, zoete wijn kan produceren. Kenmerken zijn o.a. een bloesemaroma, een zekere hartigheid, en, in koele gebieden, een stevige zuurgraad. Die tweede eigenschap maakt de droge versie niet altijd even makkelijk.
Chenin excelleert in het Loiredal, waar hij vaak pineau de la Loire genoemd wordt. Als droge versie in wijnen als Anjou en Saumur, als edelzoete versie in wijnen als Coteaux du Layon en Vouvray. Die edelzoete varianten kunnen bijzonder goed op fles rijpen.
De grootste aanplant van chenin blanc is te vinden in Zuid-Afrika, waar men hem ook wel steen noemt. De Kaapse Steen heeft minder zuren dan de wijnen van de Loire en wordt in de regel doelbewust gemaakt voor onmiddellijke consumptie. Een goed voorbeeld hiervan is de primeurversie Eerste Pluk.
In de rest van de wereld blijft de aanwezigheid van chenin wat verborgen, omdat hij daar meestal in assemblages verdwijnt. Uitzonderingen op deze regel komen uit Californië, zowel droog als zoet.
Gewürztraminer
Druif met een intens aroma en uitgesproken smaakprofiel. Zwak punt van deze druif is echter zijn lage zuurgraad, waardoor hij al gauw spanning mist.
Het bekendste, maar daarom nog niet het beste gebied voor 'Gewürz' is de Elzas, waar men de naam trouwens spelt zonder umlaut! Elzasser Gewurz wordt in de regel met substantiële hoeveelheden restsuiker gebotteld, omdat men de druiven zo laat mogelijk wil plukken met het oog op optimale rijpheid van de aromastoffen. Daarbij bouwt de druif zeer hoge suikerwaarden op.
Voor Gewürztraminer met wat meer finesse of voor de verwante, wat minder intens aromatische Traminer, kun je o.a. terecht in Südtirol/Alto Adige. De druif komt daar oorspronkelijk vandaan en dankt zijn naam aan het dorpje Tramin. Goede droge versies komen ook uit de Pfalz, wat zoetere uit de Steiermark in Oostenrijk. Heel verrassend als herkomstgebied is het Spaanse Somontano.
Buiten Europa kom je hem maar sporadisch tegen, voornamelijk in Nieuw-Zeeland en in de koelere gebieden van Californië en de Pacific Northwest.
Gewürztraminer leent zich goed voor het maken van laat geoogste zoete wijnen en voor het stoken van een mooie marc.
Macabeo
Veel aangeplante druif voor witte wijnen uit Noordoost-Spanje. Ook wel gespeld als maccabéo. In Rioja bekend onder de naam viura. Macabeo is vrij neutraal van karakter bij een betrekkelijk lage zuurgraad, maar goed bestand tegen oxidatie.
Als macabeu speelt hij een belangrijke rol in assemblages met grenache blanc en bourboulenc voor witte appellationwijnen uit de Languedoc. In de Roussillon wordt hij bovendien gewaardeerd als druif voor witte vins doux naturels.
Marsanne
Typische 'Rhônedruif' die wijn met behoorlijk veel kleur en body en een tamelijk lage zuurgraad oplevert. Marsanne vormt de basis van noordelijke witte Rhônewijnen, zoals Saint-Joseph, Crozes-Hermitage en Saint-Péray. Hij heeft daar de rousanne grotendeel verdrongen, waarmee hij overigens nog wel wordt geassembleerd.
Marsanne is ook steeds meer te vinden in Languedoc. Al sinds lang is hij in Australië present. Daar vinifieert men hem in de regel puur.
Müller-Thurgau
Duitse kruising waarvan men lange tijd aannam dat het om riesling x silvaner ging. Mogelijk is dit echter riesling x riesling. De druif dankt zijn ontstaan en zijn naam aan de onderzoeker Müller uit de Zwitserse streek Thurgau. Müller werkte aan de befaamde wijnbouwschool van Geisenheim.
In de wijngaard is het een echt werkpaard dat makkelijk te telen is en grote opbrengsten garandeert. Blijft op een enkele uitzondering na kwalitatief achter bij zowel de riesling als de silvaner. Ongecompliceerde, bloemige wijn om jong te drinken.
In Luxemburg bekend als rivaner. Ook Duitse producenten gebruiken steeds vaker deze naam.
Muscat
Het meest aromatische druivenras van allemaal en daardoor makkelijk blind te herkennen. Muscatwijnen zijn wellicht de enige die direct een associatie oproepen met druiven! Andere associaties zijn die van witte bloemen en citrusfruit. De naam muscat is enigszins misleidend, want in feite is dat de algemene noemer voor diverse varianten.
Als kwalitatief beste geldt de muscat blanc à petits grains, met als goede tweede de muscat d'Alexandrie. Om nog even bij benamingen te blijven, synoniemen in het Spaans, Italiaans en Duits zijn respectievelijk moscatel, moscato en muskateller.
Muscat is zowel tot zoete als tot strak droge wijn te verwerken. In het eerste geval gebeurt dat in de vorm van een versterkte wijn. De gisting wordt dan onderbroken door toevoeging van wijnalcohol en de onvergiste suikers geven de wijn vervolgens zijn zoete smaak. Voorbeelden daarvan zijn de Muscats uit de Languedoc (Rivesaltes, Beaumes de Venise etc.), die van het Griekse eiland Samos, Moscatel uit Spanje, de Hanepoot uit Zuid-Afrika en de intense Australische dessertwijnen
Van een andere orde zijn de wijnen van ingedroogde druiven, zoals de Moscato passito van het Zuid Italiaanse eilandje Pantelleria. Een weer heel ander type is de laagalcoholische, mousserende Moscato d'Asti uit Piemonte.
In opkomst zijn de droge Muscats uit het Franse Zuiden. Het opsporen waard zijn ook de droge Muscats/Muskateller uit noordelijker contreien zoals de Elzas, de Pfalz, Baden en Oostenrijk.
Pinot Blanc
Het werkpaard van de Elzas. Vrij neutraal van karakter en daarom makkelijk te drinken en te combineren. Wijd verbreid over Midden Europa onder de Duitse benaming weißer burgunder of weißburgunder en daar vaak interessanter dan in Elzas. Zie de wijnen uit Baden en Oostenrijk. Pinot bianco uit Noordoost-Italië (Friuli, Südtirol / Alto Adige) kan eveneens verrassend goed zijn.
Pinot Gris
Familie van de pinot blanc met een roze gekleurde schil. Pinot gris is in de regel aromatischer en steviger van smaak dan de pinot blanc. Synoniemen zijn o.a. pinot grigio, grauburgunder en grauer burgunder. Veel aangeplant in Noordoost-Italië voor droge wijnen. Pinot gris in de Elzas - lange tijd tokay genoemd - geeft in de regel rijke, meestal wat zoetige wijnen.
Drogere, maar ook zeer rijke wijnen vind je in de Pfalz en Baden, aan de andere kant van de Rijn. Pinot gris is verder aangeplant in o.a. Luxemburg, Hongarije (szürkebarat) en Oregon.
Riesling
Zeer uitgesproken, klassiek druivenras Erg kieskeurig wat betreft zijn omgeving. De rieslingdruif gedijt het best in een koel klimaat waar de druiven langzaam en laat rijpen. Rieslingwijnen onderscheiden zich door hun aromatische karakter, hun hoge zuren en hun finesse. Ook weerspiegelen ze - net als de rode pinot noir - in hoge mate nuances in bodemsamenstelling en klimaat. Trefwoorden: finesse, een minerale toets en complexiteit.
Rieslings kunnen strak droog of weelderig zoet zijn en zijn meestal gebaat bij een paar jaar rijping. Pas dan ontplooien ze hun aroma ten volle. Typerend voor gerijpte Riesling is een beschaafde petroleumtoon (goût de pétrole). Edelzoete Riesling kan over het algemeen decennia lang op fles bewaard worden.
De riesling is onlosmakelijk verbonden met Duitsland, met voor op gebieden als Moezel, Rheingau en Pfalz. Wijnen met een zoetje? Steeds minder. De trend in Duitsland is richting droog, met hooguit wat restsuiker om de zuren in evenwicht te houden. Voor een noordelijk gebied als de Moezel geldt dat meer dan voor een zuidelijk als de Pfalz. Een typisch Duitse specialiteit is riesling in mousserende vorm, Rieslingsekt.
Een ander rieslingbolwerk is de Elzas met zijn sterke Duitse wijnbouwtraditie. Ook daar kan de hoeveelheid restsuiker behoorlijk variëren.
De rheinriesling doet het ondanks zijn naam voortreffelijk langs de Donau in Oostenrijk, met name in gebieden als Wachau en Kamptal. De stijl van de wijnen is echter wel duidelijk anders dan in Duitsland. Droog en stevig is hier de regel.
Ook in Noord-Amerika is riesling te vinden. In Californië is dat onder de benaming Johannisberg riesling en in verschillende gradaties van zoetheid. In het Canadese Ontario produceert riesling voortreffelijke icewine.
Eveneens het proberen meer dan waard zijn de Rieslings uit de koele delen van Zuid-Australië, zoals Clare en Eden Valley. Riesling is in Australië bezig met een comeback na daar jarenlang in de schaduw te hebben gestaan van de chardonnay.
Rousanne
Een van de klassieke witte Rhônedruiven met en ‘rossige' tint. In diverse appellations van de Noordelijke Rhône gewaardeerd om zijn finesse, maar tegelijkertijd gevreesd om zijn onregelmatigheid. Om die reden wordt daar vaker marsanne aangeplant. Ook te vinden in de Zuidelijke Rhône, de Provence en de Savoie.
Sauvignon Blanc
Een druif en een wijn met een expressief aroma van citrusfruit, gras, asperges of bloemen? En met een verfrissende zuurgraad. Fruitig en sappig, vooral wanneer er bij de vinificatie geen hout aan te pas komt. Gebeurt dat wel, dan gebruikt men wel eens de benaming Fumé Blanc. De meeste Sauvignon ziet overigens alleen maar staal. In geval van assembleren met een ander ras gebeurt dat bijna altijd met sémillon. De meeste Sauvignon is geen bewaarwijn. Hij smaakt het best wanneer de aroma's bij wijze van spreken nog het glas uitstuiven.
Sauvignon is tegenwoordig een mondiale druif die de chardonnay aardig naar de kroon begint te steken. Zijn wortels liggen aan de Loire, in Touraine en meer nog in de verder stroomopwaarts gelegen gebiedjes als Sancerre en Pouilly-Fumé. Dat zijn wereldwijd de schoolvoorbeelden van typische Sauvignon.
Goede tweede in Frankrijk is Bordeaux en omstreken. In Entre-deux-Mers, Graves, Pessac-Léognan en Bergerac heeft de sauvignon de afgelopen jaren de sémillon steeds meer verdrongen.
Bijzonder mooie Sauvignons komen tegenwoordig ook uit Steiermark (Oostenrijk) en Noordoost Italië (Südtirol/Alto Adige, Friuli) en Slovenië.
De Nieuwe Wereld is niet achter gebleven. Of je nu in Chili, Zuid-Afrika of in Californië komt, aan goede Sauvignons geen gebrek, zij het dat de stijl wel varieert. Voor het echte spektakel moet je evenwel terecht in Zuid-Afrika en Nieuw Zeeland zijn. Nieuw Zeeland is zelfs een sauvignonland bij uitstek!
Sémillon
Niet een echt modieus type wijn, zeker niet wanneer het om de droge versie gaat. Hij mist het expressieve aroma van de sauvignon en komt eerder wat wasachtig over. Sémillon is echter met chenin en riesling een van die druiven die gevoelig zijn voor botrytis en daardoor magnifieke zoete wijnen kunnen opleveren.
Sémillon is te beschouwen als een Bordeauxdruif. Hij is daar ondermeer aangeplant in de Graves, ten zuiden van de stad Bordeaux. Voor (droge) witte Graves assembleert men hem met sauvignon blanc. Zijn grote reputatie ontleent hij echter aan Sauternes, een van 's werelds klassieke edelzoete wijnen, met als absolute referentie Château d'Yquem. Alleen daarom al verdient sémillon de status van klassiek ras.
Zoete wijnen van een vergelijkbaar kaliber als goede Sauternes levert hij ook in Australië. Opvallend genoeg zie je semillon - in het Engels zonder accent geschreven - daar ook regelmatig als droge cépagewijn.
Rond 1800 was semillon goed voor zowat 90% van de totale aanplant aan de Kaap. Die tijd is voorbij, maar momenteel is er daar wel sprake van een voorzichtige opleving e van zeer interessante wijnen op basis van semillon.
In de VS is semillon weliswaar mondjesmaat aangeplant, maar de resultaten zijn zeer bevredigend. Voor droge wijn vooral in Oregon en Washington State, voor een enkele zoete in Californië.
Trebbiano
Druif met een laag aroma- en smaakprofiel, maar zowel in Italië als in Frankrijk (onder de naam ugni blanc) het meest aangeplante ras voor witte wijn. Geeft neutrale, droge wijn die zowel puur als in assemblages met andere druivenrassen gebotteld wordt.
In de Franse regio Charente levert ugni uitstekende basiswijn voor de distillatie van cognac.
Verdejo
De gezichtsbepalende druif van het Spaanse wijngebied Rueda en verder nauwelijks ergens aangeplant. Ontleent zijn naam aan verde, het Spaanse woord voor groen. Geeft frisse, levendige wijnen met een uitgesproken geur en smaak, met zowel citrustonen, specerijen en een zekere pikantheid. Vertoont in dat opzicht wel enige verwantschap met Grüner Veltliner in Oostenrijk.
Verdelho
Portugese druif waarvan de naam nauw verbonden is met wijn van het eiland Madeira. Verdelho slaat daar echter vooral op een bepaalde stijl, minder op de druif zelf.
Verrassende wijnen op basis van verdelho komen vooral uit Australië. Ze worden in de regel gekenmerkt door levendige citruszuren.
Viognier
Een rijzende ster onder de witte druivenrassen. Tot voor kort was viognier alleen maar aangeplant in de Noordelijke Rhône (Condrieu), maar tegenwoordig gebeurt dat op veel meer plaatsen. In de Languedoc en in Californië gebeurt dat zelfs op vrij uitgebreide schaal. Viognier heeft meestal behoorlijk veel body en alcohol maar weinig zuren. Het aroma ervan doet denken aan wit fruit.
Bron: Produktschap Wijn.